Het laatste nummer van Nijmeegs Katern van dit jaar, 2024 nr 5, telt
wederom twee artikelen. Het eerste gaat over een Latijns handschrift van Petrus Roovers uit 1627, dat zich bevindt in de norbertijner abdij van Berne in Heeswijk-Dinther. Het werd reeds eerder ontdekt maar is onlangs getranscribeerd en vertaald. Rob Camps schreef een artikel waarin de vertaling van het gedeelte dat over het Nijmeegse norbertinessenklooster gaat is opgenomen. Hierin wordt duidelijk dat het bewaard gebleven archief van de nonnen, dat zich sinds 2008 in het RAN bevindt, bij lange na niet compleet is. Drie van de met name genoemde abdissen en zes weldoeners van het klooster waren niet bekend. Eén van de in 1980 aan de Nonnenstraat opgegraven grafzerken, die van Antonius Forstenborch, doctor in de theologie (thans in het Valkhof Museum), kon gekoppeld worden aan een van de tot nu toe onbekende weldoeners van het klooster.

Het tweede artikel komt van Jos Beerens, die een wandtapijt beschrijft met de beroemde Slag bij Nieuwpoort (1600), naar een ontwerp van Adriaen van de Venne uit 1647. Dit tapijt werd vervaardigd in het vooraanstaande Delftse atelier van Van der Gucht, waar ook de landschapsverdures uit het Nijmeegse stadhuis werden geweven. Rondom de hoofdafbeelding van de slag zijn in de binnenboord, als een politieke boodschap, de hoofdsteden van de Zeventien Provinciën afgebeeld, waaronder ook Nijmegen of Novimagium. De auteur gaat op zoek naar de inspiratie voor de stadsgezichten en komt voor Nijmegen niet uit bij de stedenatlas van Braun en Hogenberg maar bij de kaart der Zeventien Provinciën van Blaeu.