Jaarrede

Jaarrede Numaga 2023

Uitgesproken door voorzitter Theo Engelen op zaterdag 18 november 2023 In de Lindenberg.

Geachte leden van de Historische Vereniging Numaga,

Elk jaar als de bladeren vallen en het weer guur is, worden wij als Numaga-leden verblijd met een nieuw Jaarboek. En elk jaar ben ik als voorzitter trots op die nieuwe publicatie, die altijd zowel inhoudelijk als uiterlijk uitstekend verzorgd is. Het Jaarboek vormt een visitekaartje voor onze vereniging en doet waarvoor we zijn opgericht: de kennis over de geschiedenis van Nijmegen en omstreken vergroten. Natuurlijk haast ik me te zeggen dat ook het Nijmeegs Katern, even goed verzorgd, maar net iets toegankelijker, zich een aantal keren per jaar van die taak kwijt.

 

Met die publicaties en de avondbijeenkomsten samen voldoen wij aan de taak die de statuten ons opleggen. Op onze website staat immers: “Numaga werd in 1954 opgericht door een bont gezelschap van historici en amateurs onder de bezielende leiding van de bekende historicus prof. L.J. Rogier. Sinds die tijd stimuleert Numaga de beoefening van de geschiedenis van Nijmegen en omgeving. De vereniging bevordert het behoud van het cultuurbezit van Nijmegen en omgeving en wil de kennis daarover verspreiden, onder meer door samen te werken met andere culturele organisaties. De naam van de verenging is ontleend, maar dat weet u vast al, aan de naam die Nijmegen had in de Frankische tijd toen Karel de Grote hier zijn paleis bouwde.” Opgericht in 1954, we verheugen ons dus nu al op de viering van het 70-jarig bestaan komend jaar.

 

Toen ik onlangs nog eens nalas wat de officiële doelstelling van onze vereniging is, vroeg ik me af wat die term vereniging precies inhoudt: vereniging wordt gedefinieerd als een samenwerkingsvorm waarbij meerdere personen op voet van gelijkheid trachten een bepaald doel te verwezenlijken of een bepaalde activiteit te ontplooien, meestal zonder dat hieraan commerciële belangen ten grondslag liggen. Naast al die andere banden, relaties en verplichtingen die we hebben, zijn wij dus als leden van Numaga ook verenigd in dat gezamenlijk doel. Wat wij ons soms te weinig realiseren is dat wij logischerwijze ook verenigd zijn met al die mensen die hun leven in deze zelfde stad hebben geleefd voor wij er kwamen. We zijn als historisch geïnteresseerden immers op zoek naar hun verhaal. Wat hebben zij gedaan met dat ene leven dat ons gegeven wordt?

 

Op dat punt doen zich soms problemen voor. Zien wij onze Nijmeegse voorgangers in de tijd nog wel echt? Gaan ze niet verborgen achter de ‘grote’ processen en gebeurtenissen die in de geschiedschrijving vooral de aandacht krijgen? Een voorbeeld: hoe stelt u zich voor aan een onbekende persoon? Er komen daarbij vast dingen aan bod als naam, leeftijd, geboorte- en woonplaats, aantal kinderen, beroep. U zou verbaasd opkijken als iemand zich aan u voorstelde als levend in de nadagen van het neoliberalisme, als getuige van vreselijke oorlogen, niet eens zo ver hiervandaan, of als bezorgd waarnemer van de klimaatcrisis. Toch is dat wat er gebeurt in veel geschiedenisboeken. Wanneer we het hebben over Nijmegenaren in de 19de eeuw zeggen we dat ze tot de ontmanteling van de stad in een veel te kleine ruimte samengepakt zaten, dat er armoede heerste, dat Thorbecke in 1848 met een grondwet kwam die ook voor hen gold, dat de industriële revolutie in dit land maar moeizaam op gang kwam, dat op enig moment de bisschoppelijke hiërarchie hersteld werd. Denkt u dat de gemiddelde Nijmegenaar in zeg 1848 zich daarmee bezighield?

 

Mijn oproep vandaag: laten we bij de bestudering van Nijmeegs verleden ons toch vooral OOK bezighouden met de dagelijkse levens van onze voorgangers in de tijd. Natuurlijk hebben we het maatschappelijk decor nodig voor een goed begrip, maar soms biedt een concreet levensverhaal ons een veel indringender beeld.

 

Neem bijvoorbeeld de levensloop van Johannes Klomp en Willemina Meuhlenbeek. De katholieke dagloner Johannes Klomp trouwde op 29 oktober 1840 met Willemina Meuhlenbeek. Johannes was pas 20 jaar op de huwelijksdag en Willemina slechts 19. Uit hun verdere reproductieve carrière is af te lezen wat de oorzaak was voor het jonge huwelijk, maar ook wat de consequenties waren van hun vroege huwelijk. Willemina werd op 26 maart 1841, vijf maanden na haar huwelijk, namelijk voor de eerste keer moeder. Het is dus duidelijk dat we van doen hebben met een ‘gedwongen’ huwelijk. Het was de zwangerschap van de bruid die een zo jong huwelijk noodzakelijk maakte. Nu is bekend dat de jaren veertig van de 19de eeuw een economisch slechte periode vormden. Misschien is het daarom dat het eerste kind, dat naar de moeder vernoemd was, al overleed op de dag van geboorte. In september 1841 maakte een geboorteakte melding van een levenloze geboorte bij het echtpaar en op 14 juli 1842 nogmaals. Zeker voor de eerste levenloze geboorte (zes maanden na de vorige bevalling!) is duidelijk dat het hier een spontane of geprovoceerde abortus betrof.

Het eerste kind dat wel bleef leven, was een dochter met de naam Elisabeth, geboren in juni 1843. In januari 1846 kreeg Elisabeth een broer, Petrus, en in 1849 voegde Wilhelmus zich bij het gezin. De dochter die op 5 februari 1851 geboren werd, kreeg weer de naam van de moeder. Ook deze Willemina haalde haar eerste verjaardag niet, want ze overleed op 23 januari 1852. Op dertigjarige leeftijd was Willemina Klomp-Meuhlenbeek dus weliswaar moeder van drie kinderen, maar had ze al minimaal zeven zwangerschappen achter de rug. Het huwelijk werd vervolgens nog vijf keer verblijd (?) met een kind (Hendrikus, 21-11-1851), Theodora (27-7-1855), Allegonda (17-12-1857), Johannes (18-4-1860) en Theodorus (9-7-1862). Het laatstgenoemde kind overleed in 1866 op tweejarige leeftijd. Zo de inmiddels 41-jarige Willemina nadien nog zwanger was, haalde dat de geboorteakten niet meer. Ze overleed op 4 september 1892 op 71-jarige leeftijd, na twee jaar weduwe te zijn geweest van haar in 1889 overleden echtgenoot.

 

U moet toch toegeven dat de levensloop van dit gezin een ongelooflijk indringend beeld geeft van de negentiende-eeuwse werkelijkheid in onze stad, armoede, slechte medische zorg, zeer hoge kindersterfte. Kortom, vergeet de mensen niet achter de grote beschouwingen over het verleden.

 

Terug naar vandaag. Bij het einde van het jaar is het goed even terug te kijken. Mag ik even in herinnering roepen welke activiteiten wij dit jaar hebben gehad?

 

Op 25 april organiseerden Numaga en het Erfgoedcentrum Rozet in samenwerking met het Regionaal Archief Nijmegen en het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis een historische avond in het teken van oude en nieuwe media. Aanleiding voor deze avond was de digitalisering van de oude jaargangen van het Nijmeegs Katern en het Jaarboek Numaga. Het feestelijk online zetten van de digitale bestanden was het hoogtepunt van de avond, maar er werd ook instructie gegeven over het gebruik, naast inhoudelijke bijdragen van de deelnemende organisaties. U kunt dus nu al onze publicaties thuis lezen op uw laptop.

 

Op 20 juni verzamelden Numaga-leden zich in de Lutherse kerk voor een ondanks het onderwerp verrassend plezierige avond over sterven. Aan bod kwamen vragen als: wat is er in de loop der jaren allemaal veranderd aan de rituelen rond een uitvaart? En kun je op begraafplaatsen in Nijmegen ook echt zien dat er vroeger anders werd ‘begraven’ dan nu?

 

De samenwerking met de Klevische Verein is onlangs voortgezet met een drukbezochte bijeenkomst in de Holthurnsche Hof. Van diverse kanten werd het thema ‘grens’ belicht. Hoe en wanneer ontstonden de scheidslijnen tussen het Kleefse en Nijmeegse gebied? Wat was de invloed daarvan op de ontwikkeling van de regionale dialecten, maar ook op de mogelijkheden van grensoverschrijdend handelsverkeer.

 

U heeft deelgenomen of had kunnen deelnemen aan twee korte excursies in de regio georganiseerd door Rob Wolf en Claartje van Well. Op woensdag 28 juni was er een bezoek aan Kruisherenklooster Sint Agatha. Op 27 september was er een geslaagde dagexcursie naar Notre Dame des Anges in Ubbergen, het voormalige Franse meisjespensionaat, gevolgd door een bezoek aan het kerkje van Persingen.

 

En dan nog het volgende. Een vereniging als de onze bestaat bij gratie van een stabiel ledental. Onze enige inkomsten zijn de jaarbijdragen. Het blijkt dat lang niet alle inwoners van Nijmegen weten van ons bestaan. Het is dus zaak aan de weg te timmeren.

 

Zoals verleden jaar al aangekondigd hebben Willeke Guelen en Rob Wolf daartoe met hun team verder gewerkt aan filmpjes over de Nijmeegse geschiedenis. Onderwerpen tot nu toe De Romeinse brug, Remco en Moises Bicentini en Het Nijmeegs station. Iedereen kan deze filmpjes terugvinden op onze website, maar ook op Youtube. Wijs mensen in uw eigen kring vooral hierop en op de mogelijkheid lid te worden.

 

Om grotere bekendheid te geven aan onze vereniging zijn wij bovendien in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis begonnen met een Numaga-loket op donderdagmiddag. Elke bezoeker kan in gesprek met een vertegenwoordiger van Numaga en wordt uitgenodigd lid te worden.

 

Tenslotte sta ik even stil bij enkele persoonlijke berichten. Frans de Krijger heeft vele jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan Numaga tot zijn broze gezondheid hem dat belemmerde. Dit jaar is hij ons ontvallen en wij gedenken hem in dankbaarheid.

 

In het bestuur is Andreas Caspers afgetreden als extern secretaris. Zijn enthousiasme en werkkracht was vooral zichtbaar achter de schermen, maar ik verzeker u dat hij veel betekend heeft voor Numaga. Wij zullen in januari feestelijk afscheid van hem nemen en verheugen ons over de komst van zijn opvolger Michael Weber.

 

Kunnen we het jaar daarmee afsluiten na deze bijeenkomst? Nee, want op 22 december vindt in het Badhuis nog een kerstmanifestatie plaats, met op het thema kerst toegesneden optredens. Tijdens die bijeenkomst krijgt u bovendien de gelegenheid om vragen te stellen over de geschiedenis van Nijmegen. Een keur van deskundigen zal proberen u te vertellen wat u daar altijd al over wilde weten. Het wordt een feestelijke bijeenkomst waarbij wij u allemaal graag terugzien om het jaar uit te luiden.

 

En trouwens, helemaal, tot slot: als u in het kader van de feestdagen nog nadenkt over een cadeau voor uw geliefden, bedenk dan ook dat het mogelijk is een voordelig lidmaatschap van Numaga cadeau te doen.

 

En dan nu zo’n 2000 jaar terug, van Nijmegen naar Noviomagus, op naar de Romeinen.

Jaarrede Numaga 2022

uitgesproken door voorzitter Theo Engelen tijdens de aanbieding van het Numaga Jaarboek op10 december in De LIndenberg.

 

Geachte leden van de Historische Vereniging Numaga,

 

De zaterdag waarop het gloednieuwe jaarboek van onze vereniging wordt gepresenteerd, voelt steeds weer als een feestelijke verjaardag. Het is niet voor niets de drukstbezochte bijeenkomst van het jaar. Wij heten u als bestuur van harte welkom bij ons verjaardagsfeest 2022.

 

In de aankondiging kon u lezen wat het thema van deze zitting is: Nieuwe vensters op het verleden? Om de herziening van de historische canon van Nijmegen. Zo dadelijk zullen Dolly Verhoeven en Melchior de Grood u vertellen over respectievelijk de achtergronden van de canon zoals die jaren geleden verscheen en de plannen voor een nieuwe canon, waaraan op dit moment gewerkt wordt.

 

Graag neem ik een paar minuten om stil te staan bij het belang van deze vorm van geschiedschrijving over Nijmegen. En daarna wil ik ook in herinnering roepen wat we afgelopen jaar als vereniging tot stand hebben gebracht.

 

Allereerst die geschiedschrijving. Ik heb jarenlang het allereerste hoorcollege mogen verzorgen voor nieuwe studenten geschiedenis. Daarin kwamen allerlei zaken over het vak ter sprake, maar ik liet ook een gedicht zien, het gedicht Tijd van Rutger Kopland. Als geen ander wist Kopland in een paar rake zinnen en observaties duidelijk te maken hoe wij als mensen in een continuüm staan tussen verleden en toekomst.

 

Augustinus zei al over tijd dat we precies weten wat het is, totdat we het moeten uitleggen. Tijd, zo begint ook Kopland, is een ongrijpbaar iets. Hij verwoordt het als volgt: Tijd – het is vreemd, het is vreemd mooi ook nooit te zullen weten wat het is.

 

De dichter constateert ook dat we ons vaak niet realiseren wat onze plek in de werkelijkheid is: Het is vreemd te bedenken hoe nu we leven, hoe hier, maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder de echo’s van de onbekende diepten in ons hoofd.

 

En over onze plek tussen verleden en toekomst schrijft hij nog: En toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouder dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven.

 

In wezen is elke historicus en dus ook onze vereniging naarstig op zoek naar die echo’s uit het verleden, naar de dingen in ons die ouder zijn dan wij, de invloed van het verleden op ons bestaan. Wie ooit zelf een stuk over de geschiedenis heeft geschreven weet hoe moeilijk het is het verleden recht te doen, af te zien van onze eigen opvattingen en oordelen. Dezelfde eerstejaars die ik het gedicht van Kopland liet lezen, vertelde ik ook dat -in de woorden van Pieter Geyl- geschiedschrijving een discussie zonder eind is. Het verleden is er niet meer. De hoop dat we wat er gebeurd is, kunnen reconstrueren is ijdel. We kunnen slechts een beeld construeren van hoe we denken dat onze voorgangers in de tijd leefden.

 

Met die constatering zijn we aanbeland bij het thema van deze bijeenkomst. Want waarom, zult u vragen, moet er een nieuwe canon komen van de geschiedenis van Nijmegen? Dolly Verhoeven en haar team hebben toch een puik stukje werk geleverd? Absoluut. Wie kennis wil nemen van de geschiedenis van Nijmegen, kan lezend in die eerste canon nog steeds veel te weten komen.

 

Is het verleden dan veranderd? Vanzelfsprekend niet, wat is gebeurd, is gebeurd, wat is gedaan, is gedaan. Wat constant verandert is de manier waarop wij naar dat verleden kijken, welke constructie wij ervan maken. Op landelijk niveau ligt er al een hernieuwde canon, wij volgen van harte.

 

U zult in die nieuwe canon van Nijmegen zien dat we meer aandacht besteden aan het dagelijkse leven van gewone mensen. De stad bestond niet alleen uit regenten, fabrikanten en kunstenaars die Grote Dingen verrichtten. Nijmegen werd vooral bevolkt door vele honderdduizenden gewone mensen die geboren werden, verliefd waren, verdriet hadden en hun best deden van het ene leven dat ze hadden zo goed mogelijk gebruik te maken. En dan is er nog de inclusiviteit, een inmiddels platgetreden cliché, maar daarom niet minder belangrijk. De nieuwe canon zal, meer nog dan de vorige, onderdak bieden aan álle historische actoren in Nijmegen, ongeacht sociale status, geslacht, kleur en seksuele voorkeur. Melchior de Grood zal u daarover zo dadelijk uitgebreid informeren.

 

Laten we vandaag ook even stilstaan bij wat dit jaar ons als vereniging geboden heeft. De afgelopen jaren heeft covid ons parten gespeeld, er waren weinig bijeenkomsten en we hebben dat proberen op te vangen met extra katernen. Wij ontvingen daarover heel positieve reacties die ik graag doorspeel aan de onvermoeibare redactie van de Nijmeegse Katernen.

 

Maar goed, dit jaar bood weer de mogelijkheid samen te komen. Toch zijn we ook 2022 weer begonnen met een extra schriftelijke bijdrage. U ontving in januari het boek Vervolging, verzet en repressie in Nijmegen, 1933-1944. Zoals de ondertitel laat zien is dit een bundeling van Numaga-artikelen die we in samenwerking met het Comité 4 en 5 mei en boekhandel Roelants het licht lieten zien. Onze vereniging heeft een rijke schatkamer aan artikels die de afgelopen decennia zijn verschenen, maar gaandeweg uit het zicht zijn verdwenen. We hebben ons voorgenomen vaker een thematisch bundel uit die schatkamer samen te stellen. Als u voorstellen voor een thema heeft, horen wij dat graag.

 

Elke zichzelf respecterende vereniging moet af en toe de balans opmaken: zijn we goed bezig? Wat kan beter? In mei hebben we daarover een Numaga-breed overleg gehad. Twee concrete resultaten zijn nu al te melden. Op de Algemene Ledenvergadering hebben we een enquête onder de aanwezige leden gehouden. Dat leverde onder andere een aantal nieuwe vrijwilligers op die we van harte welkom heten. Uit het overleg kwam ook een idee voor het inmiddels gerealiseerde plan om op de donderdagmiddagen een Numaga-loket te openen in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis om zo onze zichtbaarheid en bereikbaarheid te verbeteren.

 

Over zichtbaarheid en vernieuwing gesproken. Onder de bezielende leiding van Willeke Guelen en Rob Wolf heeft de vereniging een aantal filmpjes geproduceerd die later in dit programma getoond worden. Naast met de publicaties op papier hopen we op deze manier een nog groter publiek kennis over Nijmeegs verleden aan te reiken. En de filmpjes die nu klaar zijn vormen nog maar het begin van een hopelijk lange en succesvolle reeks.

 

Na de ALV van 17 mei was er een inhoudelijke thema-avond over Stolpersteine. Op 10 april waren de eerste Struikelstenen in Nijmegen gelegd bij de woningen van Nijmeegse joden die zijn weggevoerd naar de vernietigingskampen. In het gebouw van het Stedelijk Gymnasium werden diverse voorbeelden van de Nijmeegse kant van de holocaust belicht. Een indrukwekkende avond.

 

Dit jaar hebben we niet de gebruikelijke excursie georganiseerd. Daarvoor in de plaats kwam een drukbezochte bijeenkomst in Museum Kurhaus Kleef waar Bart van Loo ons op onnavolgbare wijze meenam naar het tijdperk van de Bourgondiërs. Ik hoop dat u ook hebt genoten van de gezamenlijke busreis naar Kleef. De samenwerking met de Klevischer Verein gaan we voortzetten. Het is ons voornemen in 2022 een zitting te beleggen in Nijmegen waarbij onze Duitse vrienden welkom zijn.

 

Over die excursies nog het volgende. De commissie is opnieuw samengesteld. Claartje van Well en Rob Wolf plannen excursies die dichter bij huis liggen en korter van duur zijn. Nadere berichten volgen.

 

Aan de Hendrikhof kunt u tegenwoordig een Waalpainting zien, ook dit jaar gerealiseerd,  over de opkomst van de stad Nijmegen. Deze muurschildering is mede tot stand gekomen door bijdragen van onze leden. U ziet, er zijn veel manieren om de geschiedenis van onze stad uit te dragen, op papier, op film en zelfs op muren.

Als we op deze manier terugkijken, is er veel om tevreden over te zijn. Numaga is een levendige vereniging die voortbouwt op een lange traditie, maar de vernieuwing niet schuwt. Toch is dit jaar terugkijken niet alleen vrolijk. We verloren dit najaar een geliefd en gewaardeerd lid van onze vereniging. Hans Wegman heeft vele jaren meegewerkt aan het Nijmeegs Katern en was een enthousiast lid van de Programma Commissie. De verslagenheid in de vereniging bij zijn overlijden was groot. Maar zoals ik ook tijdens zijn afscheidsdienst heb gezegd, we zetten zijn werk voort. Hans was een goed mens, laten we een voorbeeld aan hem nemen en met hetzelfde enthousiasme de kennis over de Nijmeegse geschiedenis vergroten.

 

 

Jaarrede Numaga 2021

Uitgesproken op 6 oktober door Theo Engelen tijdens de ALV in De Lindenberg.

 

Dames en heren,

 

Het is niet mijn gewoonte uit eigen werk te citeren, maar vanavond doe ik dat toch maar even. Ik doel op de brief die ik u schreef op 1 juni 2020. Die begon als volgt:

 

Beste Numaga-vrienden,

 

De historicus die over 100 jaar de geschiedenis van Numaga bestudeert, zal verbaasd opkijken als hij de activiteiten van de vereniging in 2020 onder ogen krijgt. Het virus dat Nijmegen, Nederland en de rest van de wereld dit jaar nagenoeg lamlegt, laat ook ons als vereniging niet onberoerd. Na de geslaagde avond op 10 maart gewijd aan de Benedenstad en zijn liederen zijn onze lezingenavonden stilgevallen. Het lijkt er nu op dat we ook komend najaar niet bij elkaar kunnen komen.

(…) De brief eindigde als volgt:

Voor nu wensen het bestuur van Numaga, de redactieleden van het Nijmeegs Katern en het Numaga Jaarboek, en alle leden van de commissies die Numaga levend houden, u veel geduld en gezondheid. Blijf bedenken dat ook dit heden weer verleden wordt. En in het heden dat nu nog toekomst is, zullen we even gefascineerd terugkijken op dit virus als we doen op de Spaanse griep van 1918. Maar bovenal gaan we dan weer vol enthousiasme aan de slag met onze reguliere activiteiten.

 

Bij deze tekst zijn een aantal opmerkingen te maken. Uiteindelijk waren niet alleen afgelopen najaar geen bijeenkomsten mogelijk, we hebben moeten wachten tot vandaag, achttien maanden na de vorige avond, voor we weer samen zijn. Gelukkig bent u geduldig geweest. Mijn uitspraak dat ook het heden van dat moment weer verleden zou worden, klopt wel. En inderdaad kijken we nu gefascineerd terug op wat ons zo plotseling is overkomen. Het inhoudelijk deel van deze Algemene Leden Vergadering helpt ons daarbij door later vanavond drie deskundigen aan het woord te laten.

 

Ik weet niet of een van de sprekers het woord huidhonger ter sprake zal brengen, een van de vele neologismen van het corona-tijdperk. Laat ik daar nog een woord aan toevoegen. Wij als bestuur hebben het afgelopen anderhalf jaar heel duidelijk geleden aan ledenhonger. Je kunt nog zoveel ledenbrieven schrijven, zoveel cahiers en jaarboeken op de post doen, niets vervangt het persoonlijk contact zoals we dat op deze avonden hebben. Wij zijn kortom heel blij u weer te zien!

 

In mijn brief van 1 juni vorig jaar stond ook dat we zo snel als mogelijk weer vol enthousiasme aan de slag zouden gaan met onze reguliere activiteiten. Vanavond bewijst dat we dat meenden. Maar voor we naar de toekomst kijken wil ik even mijn complimenten geven aan de redactie van het Nijmeegs Katern. In de periode dat corona ons weghield van het normale leven heeft deze redactie geprobeerd de leemte op te vullen met vele dubbeldikke nummers. Iedereen die wel eens in een redactie heeft gezeten weet dat zoiets een enorm karwei is. Ik kom aan het eind van dit praatje nog op het katern terug.

 

We hebben in de corona-periode nog een ander groot project afgerond. In samenwerking met Erfgoed Gelderland, het RAN en Bibliotheek Rozet zijn ruim 12.000 pagina’s uit de Numaga Jaarboeken en de Nijmeegse Katerns gedigitaliseerd en toegankelijk gemaakt via de website van het RAN. Iedere geïnteresseerde kan dus van huis uit de door onze vereniging gepubliceerde artikelen lezen. Zijn wij daar als vereniging niet arm door geworden? Nee, het project kwam tot stand met financiële steun van de Provincie Gelderland in het kader van Het verhaal van Gelderland. We hopen in de toekomst ook recente publicaties te kunnen toevoegen.

Het kan natuurlijk zijn dat u niet zo vertrouwd bent met digitale hulpmiddelen. Om u te helpen bij het doorzoeken van ons rijk gevulde archief, zal de introductie bij het grote publiek plaatsvinden met een aantal korte video’s. Allereerst is er een filmpje met uitleg over het zoeken in de gedigitaliseerde bestanden. Verder komen er drie video’s die elk gebaseerd zijn op een van de gedigitaliseerde artikelen. Ze gaan over de Romeinse brug in Nijmegen, de voetballer Moises Bicentini en het NS-station in Nijmegen. Er wordt op het moment hard gewerkt aan de laatste loodjes. Binnenkort vindt de introductie van de eerste twee video’s plaats. We houden u op de hoogte

 

Laat ik nog kort aanstippen waar u zich in de nabije toekomst op mag verheug. Op dinsdag 23 november organiseren we een avond over de joden vervolging in onze stad. Dit is voorafgaand aan de plaatsing van de eerste 16 Stolpersteine, in de omgeving van de Hezelstraat op zondag 28 november. Sprekers zijn onder andere Frank Eliëns en Ria van den Brandt, voorzitter van de Stichting Stolpersteine Nijmegen. Vanzelfsprekend komen ook de verhalen achter de weggevoerde gezinnen aan bod.

 

Op 11 december zullen we in ditzelfde gebouw ons Jaarboek 2021 presenteren. Naast de katernen is het jaarboek ons visitekaartje naar u en naar buiten, een visitekaartje waar we elk jaar apetrots op zijn. Ook op deze redactie kom ik zo nog terug.

 

In januari buigen we ons een avond over de uitbreidingsplannen van de gemeente Nijmegen, vanzelfsprekend in historisch perspectief. De stad barstte in het derde kwart van de negentiende eeuw al uit zijn voegen en begroette de ontmanteling van harte. Later werd sprong naar Dukenburg gemaakt en ook vandaag de dag groeit de stad weer, nu naar de andere kant van de Waal. Daar is een interessante avond over te beleggen met beschrijvingen, analyses en vergelijkingen.

 

Op zaterdag 19 maart zal een speciale bijeenkomst plaatsvinden in het Kurhaus Museum in Kleef. In samenwerking met onze zustervereniging de Klevischer Verein en de Kring van ondernemers aldaar zal Bart van Loo een lezing verzorgen naar aanleiding van zijn veelgeroemde boek over de Bourgondiërs. Van elke deelnemende club kunnen 50 personen deelnemen, via inschrijving. U vindt hierover te zijner tijd meer informatie in onze nieuwsbrief en op de website. Ik kan nu al verraden dat wij, met dank aan onze penningmeester, voor busvervoer naar Kleef zullen zorgen. We zullen er als bestuur aan werken om de contacten met de Klevischer Verein warm te houden.

 

En dan is er een voorstel voor een grote activiteit in de wat verder gelegen toekomst.

Bij de kroning van Wilhelmina in 1898 werd er in Nijmegen een Grote Historische Optocht gehouden waarin de hele geschiedenis van de stad voorbijkwam. In

1948 was er een als openluchtspel (op Kelfkensbos) bij de kroning van Juliana. In 2023 is dat 75 jaar geleden en Numaga wil de traditie voortzetten, in samenwerking met liefst zo veel mogelijk Nijmeegse verenigingen. Wij denken onder meer aan Gebroeders van Lymborch, de carnavalsverenigingen, het Huis van de Binnenstad, het Huis van de Geschiedenis en het Romeinenfestival. Stelt u zich eens voor: een optocht door de straten van Nijmegen waarin het verleden van de stad weer tot leven wordt geroepen.

Zo’n onderneming vergt een stevige financiering dus zullen subsidies worden aangevraagd bij onder andere de gemeente, de provincie, het rijk, het Oranjefonds, het Cultuurfonds en Verleden Verbeeld. Daarnaast hopen we de benodigde middelen bij elkaar te halen met behulp van sponsoring en crowd funding. We houden u op de hoogte en belangstellenden kunnen zich bij ons melden.

 

We moeten als historische vereniging af en toe ook aandacht schenken aan onze eigen geschiedenis. Dit jaar viert het Nijmeegs Katern zijn 35ste verjaardag en we feliciteren de voormalige en huidige redactieleden van harte. Els Peters en Melchior de Grood zijn al redactielid van het NK sinds de oprichting einde 1986. Ik vermeld graag de founding parents: naast Els en Melchior waren dat Arnold Wolf, Jan Funneman, Maarten Hageman en Mathieu Aalders. Het is opvallend hoe trouw redactieleden zijn. Van de zittende redactie zijn Marja Jetten en Kees Brok al sinds 1991 actief, en Hans Wegman sinds 1999. Willem Tielen die in 2020 tot de redactie toetrad weet dus wat hem te wachten staat.

Eén redactielid verdient speciale aandacht. Els Peters is al verbonden aan onze vereniging sinds 1975, toen ze als middelbare scholier lid werd. Maar ze was ook nog eens een heel actief lid. Ik memoreerde al dat ze vanaf de oprichting redactielid was van het Nijmeegs Katern, sinds 2005 zelfs als voorzitter. Bovendien maakte ze van 2005 tot 2018 onderdeel uit van het bestuur van Numaga. Dit alles heeft ertoe geleid dat we Els Peters vandaag benoemen tot erelid van onze vereniging. Ik zal haar zo dadelijk naar voren roepen.

Maar eerst wil ik nog uw speciale aandacht vragen voor iemand anders. Het Numaga Jaarboek dat in december wordt gepresenteerd is tevens het laatste waaraan Joos van Vugt zijn bijdrage heeft geleverd, althans redactioneel. Joos is vanaf 2001 lid van de redactie van het Jaarboek Numaga en vanaf 2015 zelfs secretaris van die redactie. Hij maakte dus 20 jaarboeken mee als redactielid, produceerde zes jaarboeken als redactiesecretaris en leverde diverse bijdragen aan vier biografische jaarboeken. Ook aan Joos willen wij als bestuur onze dankbaarheid tot uiting brengen door hem het erelidmaatschap van onze vereniging te verlenen.

Behalve de eer die hiermee aan Els en Joos toevalt betekent het ook dat ze levenslang lid zullen blijven van Numaga zonder contributie te betalen. Mede namens de penningmeester spreek ik de hoop uit dat de twee ereleden nog lang ten laste van onze kas zullen blijven.

 

 

 

 

Jaarrede Numaga 2019

uitgesproken op 14 mei door Jos Joosten tijdens de

ALV , Museumpark Orientalis

 

Beste leden,

vandaag is het de tiende keer dat ik voor u sta als voorzitter om de traditionele jaarrede voor te lezen – of beter gezegd en strikt genomen: als ex-voorzitter, met dank aan mijn opvolger. Die tiende keer is in elk geval wel juist: in 2010 volgde ik professor Jan de Vet op als voorzitter.

 

Ik heb er, als neerlandicus, mijn kleine traditie van gemaakt om de Jaarrede steeds te beginnen met een verwijzing naar het rijke literaire leven zoals dat hier in Nijmegen bloeit en groeit. Het was niet moeilijk wie ik dit jaar, mijn laatste, wilde citeren. Dat werd een van onze voormalige stadsdichters, Frouke Arns, die haar Nijmeegse stadsgedichten in 2017 samenbracht in de bundel Eigen terrein. In haar gedicht ‘Kleine handleiding voor de moderne pelgrim’ schrijft ze:

 

Je valt in voetstappen van hen die voor jou gingen en toch

voelt deze tocht als nieuw.

 

 

Mooier kun je dat zoeken naar de balans tussen wat er was en wat er komen moet niet samenvatten, denk ik. Wat betekende mijn – om het dan maar zo te noemen – kleine pelgrimstocht van tien jaar?

 

Op het moment dat vorig najaar in het Numaga-bestuur een eventuele verlenging van mijn voorzitterschap ter sprake kwam (dat dan uiteraard aan de ALV moest worden voorgelegd), realiseerde ik me vrij spontaan dat het misschien een goed moment was om op te stappen. Tien jaar is een mooie tijdsspanne om enerzijds de continuïteit van een bestuur te garanderen, als intussen langstzittend bestuurslid (als we althans smokkelaar Henk Termeer niet meerekenen); anderzijds om op te stappen als iedereen je nog niet helemaal beu is en jijzelf denkt dat je het ook allemaal al gezien hebt.

 

Wat ik me niet realiseerde (maar wat ik ontdekte toen ik er het artikel over de geschiedenis van Numaga in het Jaarboek 2014 op nasloeg, van de al genoemde Henk Termeer) is dat ik ná oprichter prof. L.J. Rogier (die voorzitter was tussen 1954 en 1969) de langstzittende voorzitter van Numaga blijk te zijn.

Vooralsnog.

In welke mate dat eervol is of juist iets héél anders zegt, weet ik niet – het levert in elk geval het demografisch interessante feitje op dat de twee langste volhouders allebei in Rotterdam geboren zijn.

 

In zijn artikel stelt Termeer vast dat in de periode na de grondleggers Rogier en – in zekere mate – Jan Brinkhoff, sinds 1976 de besturen van de vereniging werkten aan ‘consolidatie van haar activiteiten’. Dat is tot op zekere hoogte zeker waar. Ik sloeg mijn eigen eerste Jaarrede er even op na – leidende gedachte was toen: ‘if it ain’t broke, don’t fix it. Wat goed is, kan ongewijzigd blijven’.

 

Ik denk dat dat op zichzelf wijze woorden waren. Twee van de belangrijkste, meest stabiele en meest zichtbare pijlers onder onze vereniging zijn het Jaarboek en het Nijmeegs katern. Dankzij de niet genoeg te prijzen activiteiten van beide redacties verschenen ze steeds trouw en op tijd, met steevast boeiende lezenswaardige bijdragen. De redacteuren kunnen niet genoeg geprezen worden. En daar moet niets aan veranderd worden.

Wat ikzelf daarbij een mooie ontwikkeling vind, is hoe de afgelopen jaren af en toe naar dwarsverbanden wordt gezocht: misschien wel het sterkst in het vorige lustrumjaar, toen elk Katern een aan het lustrumthema gewijde column had, het Jaarboek aansloot bij het thema en ook de tweemaandelijkse Numaga-lezingen er bij aansloten.

 

Uiteraard zijn er in de afgelopen tien jaar minder succesvolle initiatieven te vermelden. Een poging om met enkele ‘jongere’ (tussen aanhalingstekens) leden een reeks op de jongere generatie toegesneden bijeenkomsten te organiseren – met als werktitel ‘stratemakerspraatjes’, naar de plek waar een en ander moest gaan plaatsvinden – leverde enkele creatieve en zeer vrolijke bijeenkomsten op, maar sneuvelde aan het euvel van juist die jonge generatie met opgroeiende kinderen en tal van andere verplichtingen: het gebrek aan tijd.

 

Zeer spijtig vond ikzelf ook het stopzetten van de Numaga Scholierenprijsvraag, waarbij een aantal jaren geprobeerd werd om stadsgeschiedenis als onderwerp voor profielwerkstukken te maken. Het leverde enkele ronduit prachtige uitreikingen op in de Mariënburgkapel, maar het werd ook steeds duidelijker dat de energie die de organisatie kostte allengs niet meer kon opwegen tegen het resultaat.

 

Er waren gelukkig ook succesjes te noteren. Al tijdens mijn eerste ALV bleek een terugkerende vraag te zijn of de eerder opgeheven, succesvolle excursiecommissie nieuw leven kon worden ingeblazen. Een meerdaagse excursie, zoals weleer, leek het bestuur niet opportuun. We zouden het proberen met ééndagsexcursies. Als organisatoren dienden zich Ruurd van der Staaij en Billy Gunterman aan, die er intussen een al vele jaren lang geslaagd evenement van weten te maken.

 

Iets wat intussen misschien zelfs een traditie mag heten, is de Grote Nijmeegse Geschiedenis Quiz die stilaan, na een zoekend begin, zijn succesformule lijkt te hebben gevonden als afsluiting van de jaarlijkse 024 Geschiedenis. Ik ben blij dat ik straks als ambteloos Numaga-lid de Quiz mee mag blijven voorbereiden (vanuit Numaga samen met mijn al even ambteloze oud-bestuurscollega Jan Brauer).

 

Een kalme wijziging onderging de Numaga-lezing. Toen ik aantrad een stabiele factor: elke twee maanden een lezing over een historisch onderwerp, door een deskundige, netjes verdeeld over alle tijdvakken. Tijdens de bestuursvergadering was er een groslijst van sprekers en zowat een jaar op voorhand stond het hele jaarprogramma vast.

Gaandeweg hebben we besloten wat meer dynamiek in deze statische aanpak te brengen. Aanvankelijk door het invoeren van coreferenten en voorzichtige aanzetten tot discussie tot, na het instellen van een aparte programmacommissie, de huidige vorm van bijeenkomsten op uiteenlopende locaties met een écht programma: vaak met een actuele aanleiding, discussies, meerdere sprekers, andere betrokkenen. Het leverde mooie middagen en avonden op, zoals rond de restauratie van De Vereeniging, de biografie van Louis Frequin (op de redactie van De Gelderlander), gemeentepolitiek in Nijmegen in de Moderne Tijd (ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen) of over de Gifmoorden in de Honigfabrieken. Ook hier vaak in mooie samenwerking met de redactie van het Nijmeegs Katern of met publiciteit buiten de verenigingsorganen.

 

Ik zal niet beweren dat alle avonden steeds geslaagd waren, maar wat mij betreft is dit wel de lijn die de programmacommissie van Numaga zou moeten voortzetten.

 

Misschien wel de grootste verandering de afgelopen jaren was er een die tamelijk stil verliep: de verdergaande digitalisering van de vereniging: verzending, facturering en ledenbrief. Een toch al met al complexe operatie die onze club nu in een mooi rustig 21ste-eeuws vaarwater bracht.

 

Een laatste verandering die ik wil vermelden, ziet u hier voor u. Traditioneel werd de Jaarrede van de voorzitter uitgesproken tijdens de Jaarboekpresentatie aan het einde van het kalenderjaar. Ik ervoer dat steeds vaker als een vreemde eend in de bijt: er kwamen toeschouwers van buiten, er waren vaak thema’s verbonden aan het Jaarboek die heel andere zaken behelsden dan reilen en zeilen van de vereniging.

Als even vreemd ervoer ik de jaarlijkse ALV die in een kwartiertje voorafgaand aan een van de Numaga-lezingen moest worden afgehandeld. Mij leek en lijkt het een goed idee om één bijeenkomst per jaar te blijven reserveren voor onszelf als vereniging: tijd nemen voor de ALV en andere plichtplegingen en dan een aan de bestaansreden van de vereniging gekoppelde interne avond te houden.

 

Maar ik begin al ruimschoots over mijn graf te regeren. En dat zal ik nu nog maar heel even en slechts zeer met mondjesmaat doen.

 

Zijn er brandende kwesties die ik bij mijn opvolger en zijn bestuur graag dwingend onder de aandacht wil brengen?

Niks super-urgents, denk ik.

Wel twee latente zaken.

Ons ledental. Een paar jaar geleden maakte ik mezelf en ons allemaal tijdens een Jaarrede blij door vast te stellen dat we nog steeds in de buurt zaten van het ooit door Rogier geopperde ideale ledental: in het oprichtingsjaar 1954 was zijn streefgetal 750 leden, op een inwonertal van 120.000 Nijmegenaren. En dat is nog steeds zo. Maar we lopen wel al jaren iets terug in ledental – de som van nieuwe aanwas minus natuurlijk verloop is licht negatief. Daarbij mag aangetekend worden dat er jaarlijks enkele tientallen nieuwe leden bij komen zonder enige noemenswaardige vorm van reclame voor onze vereniging. En dat in een speelveld van talloze initiatieven op het gebied van stadshistorie. Op zich is dat dus helemaal niet slecht. Mijn idee en indruk zou zijn dat ons dus relatief weinig publicitaire moeite – bij voorbeeld in dit jubileumjaar – toch makkelijk de nodige extra leden zou kunnen opleveren: Nijmegenaren die geïnteresseerd zijn in – zonder enige ironie – al het moois dat het Numaga-lidmaatschap ze kan opleveren.

 

Een tweede punt, ten slotte. De functie van Numaga als publieke organisatie. Het afgelopen decennium heeft er, zoals u allen weet, een spook door de lokale geschiedenis gewaard in de vorm van futuristische plannen om een nieuwbouwtoren in ons historische, beschermde stadspark neer te zetten. Wie het allemaal een beetje volgde kent misschien mijn persoonlijke standpunt over deze kwestie. Daar staat tegenover dat ik wat betreft Numaga steeds de onpartijdigheid heb vertegenwoordigd. Ik heb me in de loop van de jaren weleens afgevraagd of dat terecht was. Hadden we het misschien toch moeten laten aankomen op een ledenraadpleging en een uitgesprokener, officieel verenigingsstandpunt?

 

Achteraf denk ik dat het goed was zoals het ging. Het gaf me wel een overdenking in. In het huidige pluriforme digitale media- en  meningenlandschap kan iedere voor- of tegenstander van willekeurig welk plan zijn of haar eigen weg wel vinden om meningen kenbaar te maken en medestanders te mobiliseren. Mij lijkt een uitgelezen functie van Numaga, in een tijdperk van fake news en alternative facts, dé vereniging die een platform moet zijn voor echte inhoudelijke discussie – geen meningen en standpunten maar uitwisseling op niveau van feitelijke kennis. Een mooi voorbeeld daarvan vond ik de discussie die wij organiseerden rond opvattingen over restaureren, naar aanleiding van de kritiek op de restauratie van De Vereeniging van Willem Jan Pantus. Historisch en toch brandend actueel.

 

Dames en heren, ik heb een kleine optelsom gemaakt. De afgelopen tien jaar was ik voorzitter van zo’n twintig bestuursleden uit alle hoeken van onze vereniging. Als je dat uitbreidt naar redacties en commissies, naar de mensen die je als voorzitter ontmoet tijdens excursies, de lezingen, de quiz, de jaarboekpresentaties dan wordt dat een veelvoud. Dit verhaal ging over mij, maar laat ik vooral benadrukken dat je alleen voorzitter kan zijn als er een actieve vereniging is, bestuursleden, redactie- en commissieleden voorop. Zonder al die mensen draait de vereniging niet. Iedereen met wie ik de afgelopen tien jaar mocht kennismaken, samenwerken, verderwerken – van wie ik sommige nu al ben blijven zien buiten Numaga-verband – wil ik zeer bedanken voor hun onoverschatbare inzet.

 

Ten slotte ben ik zeer blij met mijn opvolger, Theo Engelen, die ik als collega en als bestuurder in uiteenlopende hoedanigheden heb leren kennen en heb meegemaakt als helder, betrokken en empathisch, als, kortom, bij uitstek iemand aan wie je zonder voorbehoud en met gerust hart je bloeiende historische vereniging toevertrouwd.

 

Ik dank u voor uw vertrouwen en aandacht.


Numaga jaarrede 2018 –

Uitgesproken door voorzitter prof.dr. Jos Joosten, op 22 mei in De Lindenberg

 

Geachte leden,

Beste dames en heren,

 

2018 is niet helemaal terecht uitgeroepen tot jubileumjaar van Mariken van Nieumeghen. De vijfhonderdste verjaardag van de tekst valt namelijk een paar jaar eerder, maar je zult mij er niet al te hard over horen klagen, want ik ben een groot bewonderaar en liefhebber van Mariken, dat ik werkelijk als een van de fraaiste schatten uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis beschouw. Voor vandaag leek het me op zijn minst aardig om de schijnwerper te richten op een andere laat-middeleeuwer, van wie in elk geval wél vast staat dat hij feitelijk iets met Nijmegen te maken heeft gehad: Pater Joannes Brugman.

Brugman kan natuurlijk qua bekendheid niet in de schaduw staan van Mariken. Sterker nog: zelfs de straatnaam ‘Pater Brugmanstraat’ was er haast niet geweest, als er niet het merkwaardig optreden was geweest van de Nijmeegse aannemer F.Ph.Thijssen. Deze Thijssen had de eerste huizen gebouwd aan wat tegenwoordig de Pater Brugmanstraat is en zodoende lag het voorstel voor om de nieuwe straat ‘Thijssenstraat’ te dopen. Dit leidde tot groot protest in de Nijmeegse gemeenteraad tegen deze vernoeming.

 

‘Terwijl men aan den eenen kant zijn best gedaan heeft, om voor de straten te kiezen namen van personen die beroemd zijn, die zich verdienstelijk jegens de gemeente hebben gemaakt, zal men hier aan de straat den naam geven van iemand die daar grond bezat en uit eigenbelang den weg heeft aangelegd. Op die wijze kan men namen krijgen, die op den duur alles behalve aangenaam in den ooren klinken.’

 

Opmerkelijk mag heten van wie deze felle kritiek kwam. Namelijk van Franciscus Philippus Thijssen zélf, die ook raadslid en wethouder was.

 

En zo kreeg de straat uiteindelijk de naam van Pater Brugman toebedeeld. Brugman is natuurlijk vooral bekend van zijn preken en de uitdrukking die er onlosmakelijk mee verbonden is. Maar er is ook wat poëzie van hem bewaard gebleven, onder meer een bekeringsgedichtje, dat bepaald regels vol élan bevat:

 

Ic wil gaen avonturen

Te gaen enen anderen ganc,

Al solt mi werden sure:

Och ewelijc is so lanc!

 

Of we de wederwaardigheden van Numaga in het afgelopen verenigingsjaar als ‘avonturen’ moeten betitelen en kunnen classificeren als ‘enen anderen  ganc’ weet ik niet. Maar er is beslist een aantal zaken gaande geweest. Daarbij zij aangetekend dat deze Jaarrede, die we bij de Algemene Ledenvergadering beter op hun plaats vinden dan tijdens de jaarboekpresentatie, af en toe gebruik maakt van voorkennis. Waar mijn verhaal eigenlijk over 2017 zou moeten gaan, neem ik de vrijheid het begrip ‘jaar’ enigszins naar eigen inzicht in te vullen.

 

Allereerst stond het bestuur hier vorig jaar tijdens de ALV met een veel zorgelijker gezicht dan heden, vanwege de financiële toestand van de vereniging. Zoals we zojuist hebben kunnen vaststellen, hebben de aangekondigde en uitgevoerde maatregelen ertoe geleid dat we stilaan weer van de gewenste stabiliteit kunnen spreken. Dit is gelukt door, onder meer, besparingen op zaalhuur, verzendkosten van het Jaarboek en drukkosten van de ledenbrief.

 

Die digitalisering van de ledenbrief verloopt, na enige aanloopproblemen, nu toch goeddeels vlekkeloos. We hadden deze digitalisering ongetwijfeld ook doorgevoerd zonder de financiële noodzaak, maar het komt wél goed uit: een verbetering die ook geld oplevert. Deze verdergaande vorm van digitalisering, gecombineerd met de privacywetgeving die deze maand van kracht wordt, brengt mij ertoe om nogeens te benadrukken dat Numaga adresgegevens alleen gebruikt voor de doeleinden van de vereniging: verzenden van onze publicaties en verenigingsgerelateerde correspondentie en dat noch het digitale noch het fysieke adresbestand aan derden zal worden afgestaan.

 

Een andere duidelijke verandering die vorig jaar is ingezet en nu verder vormkrijgt is de andere opzet van de tweemaandelijkse Numaga-lezingen. De in 2016 opgerichte programmacommissie, bestaande uit bestuursleden Jan Brauer en Rob Wolf, uit Hans Wegman (redactielid van Nijmeegs Katern), Gelderlander-journalist Eric Reijnen Rutten en ondergetekende, beoogt de Numaga-avonden een levendiger karakter te geven. Dat doen we door niet alleen meer het vaste format te gebruiken van één spreker in een vaste zaal, maar in vormgeving en locaties te variëren. Dit jaar besteedden we onder meer aandacht aan de biografie van de Gelderlander­-icoon Louis Frequin, met als locatie de huidige Gelderlander­-redactie, waar beide biografen geïnterviewd werden en vervolgens een debat over de huidige lokale Nijmeegse pers volgde, met op dit moment actieve lokale journalisten. In het nummer van Nijmeegs Katern, dat gelijktijdig met deze themamiddag verscheen, stond een achtergrondgesprek met een van de biografen.

Aan de vooravond van de gemeenteraadverkiezingen werd de geschiedenis én actualiteit van de plaatselijke democratie centraal. Later dit jaar organiseren we een avond over de gifmoorden bij de Honigfabrieken tijdens de Tweede Wereldoorlog – op het oude Honig-terrein, waarover Henk Termeer uitgebreid schreef in het Nijmeegs katern. We proberen ook zo de dwarsverbanden te benutten.

 

Er zijn tevens enkele zaken in de persoonlijke sfeer te vermelden. Allereerst werden wij vorige maand opgeschrikt door het indroeve nieuws van het onverwachte, snelle overlijden van ons erelid Jan Kuys. Zelf kende ik dr.  Kuys ook als collega binnen de Letterenfaculteit en heb ik kunnen vaststellen hoezeer dit overlijden tot breed ervaren ongeloof en verdriet aanleiding gaf. We wensen zijn nabestaanden, naasten en vrienden alle sterkte toe.

 

De wijzigingen in het bestuur zijn zojuist al aan bod gekomen. Toch neem ik graag even de gelegenheid te baat officieel afscheid te nemen van beide vertrekkers. Hoewel van Els Peeters natuurlijk niet echt – zij blijft zeer zichtbar actief als altijd bij de redactie van het Nijmeegs Katern en we zullen veel van haar blijven horen. Ook Jan Brauer heeft toegezegd actief te zullen blijven binnen de programmacommissie en de Grote Nijmeegse Gescheidneis Quiz. Ik wil beiden zeer hartelijk danken voor hun jarenlange bestuurlijke inzet en we zullen deze zomer nog gepast afscheid van hen nemen. Ik heet ook graag twee nieuwe bestuursleden van harte welkom: Marga Jetten en Willeke Guelen.

 

Er bleef ook veel hetzelfde, dat het komend jaar niet zal veranderen. We hadden weer een fraaie editie van ons Jaarboek, met een goedbezochte presentatie, gewijd aan modernistische en traditionele architectuur in Nijmegen. Het Nijmeegs Katern verscheen met steeds weer boeiende afleveringen. En ik kan in deze midjaarse jaarrede, al terugblikken op twee excursies. De keuze om in 2018 de jaarlijkse excursie rigoureus eerder te houden, namelijk op 14 april, blijkt uit oogpunt van deelnemertal een goede: de trip was helemaal uitverkocht. De deelnemers kregen een mooi programma voorgeschoteld door de reiscommissie bestaande uit Ruurd van der Staaij, Billy Gunterman en Wim de Natris: met onder meer een indrukwekkende avant-première van De Bastei en een prachtrondleiding door vestingstad Grave.

 

Intussen maakt het bestuur zich stilaan op voor het jubileumjaar 2019, als  Numaga 65 jaar bestaat. Besloten is al, vanwege de financiële situatie, het jubileum bescheidener vorm te geven dan de vorige editie in 2014. Wat precies thema en inhoud gaat worden is nog onderwerp van discussie. Wat in elk geval vaststaat is dat het bestuur in dat jaar óók wil inzetten op actievere werving van nieuwe Numagaleden. (Overigens mag u nu al, zonder inmenging van het bestuur en zonder jubileumjaar als aanleiding, beginnen met aanbrengen van nieuwe leden.) Daarvan zult u zeker nog horen en merken.

 

En verder staat er voor dit jaar nog het gebruikelijke moois op stapel, zoals in december wanneer we – om de cirkel van dit verhaal rond te maken – een Numaga-avond wijden aan Mariken van Nieumeghen, van wie we als lokale historische vereniging de lokale viering van het jubileum natuurlijk niet ongemerkt willen laten voorbijgaan. Zelfs als ze er een paar jaar naast zitten.

 

Numaga Jaarrede 2016

 

Beste leden,

Dames en heren,

 

wie, zoals ik, bij de jaarrede de opmaat altijd zoekt op het snijvlak van ‘Nijmegen’, ‘literatuur’ en ‘geschiedenis’ heeft het bij een terugblik op 2016 gemakkelijk. Afgelopen jaar verscheen namelijk de roman Wolfskind van Ton Vogels, waarin voor een Nijmeegs historisch thema een belangrijke rol is weggelegd. Vogels beschrijft in de roman het wedervaren van de (te) ambitieuze archeoloog Vincent de Vree, die claimt bij opgravingen in Venlo een Middeleeuws Joods badhuis te hebben ontdekt. Al snel blijken wij met De Vree met een Diederik Stapel-achtige wetenschapper van doen te hebben: hij rommelt met gegevens teneinde zijn vondst aannemelijk en spectaculairder te maken. Uiteindelijk wordt hij ontmaskerd en dan begint de roman feitelijk pas: hij probeert archeologisch revanche te nemen door zijn intrek te nemen in het pelgrimshuis Casa Nova op de Heilig-Landstichting. Van daaruit tracht hij het bestaan te bewijzen van een Romeins aquaduct dat door De Meerwijk gelopen zou hebben.

De ontknoping van het boek zal ik niet verraden – maar velen van u zullen allicht al eens langs het uitkijkpunt op de Oude Kleefsebaan zijn gekomen, waar daadwerkelijk de contouren van dit (vermeende) aquaduct aangegeven staan. Vogels heeft feiten die in werkelijkheid niets met elkaar te maken hebben – het Joodse badhuis een het Romeinse aquaduct – ingenieus verbonden in de persoon van zijn verzonnen archeoloog. Hij heeft een roman geschreven – en daarin is dat uiteraard toegestaan (zoniet: vereist). Waar het mij hier vooral om gaat, is dat Vogels een lokaal historisch fenomeen tot onderwerp van zijn roman neemt, en hij staat daarin de laatste jaren bepaald niet alleen: denk alleen al aan De ochtendgave van A.F.Th.van der Heijden of Vonk van Steffie van Oord, twee andere boeken die de lokale Nijmeegse geschiedenis als uitgangspunt hebben. Ook deze romans zijn een aanwijzing voor een trend die ik (ook hier) al langer signaleer: voor geschiedenis – vooral ook: lokale geschiedenis – bestaat breed aandacht. Geschiedenis is geen dood ding, maar leeft van internet tot literatuur.

 

Het verbaast dan ook niet dat een historische vereniging als Numaga floreert in een dergelijk klimaat. We kijken terug op een mooi verenigingsjaar, met weer een vijftal goed bezochte lezingen, waarin onder meer twee gewijd aan stedelijke jubilea in 2016: in maart sprak Rob Wolf, auteur van het jubileumboek over het onderwerp,  over de geschiedenis van de Nijmeegse Openbare Bibliotheek naar aanleiding van haar eeuwfeest, en in mei stond de 100ste Vierdaagse centraal. Een ander jubileum vierde het Nijmeegs Katern: dat leverde dit jaar zijn dertigste jaargang af – hetgeen luister werd bijgezet met het in juni verschenen dubbeldikke zomernummer. Bestuur en vereniging willen de hardwerkende redactie van het Katern graag van harte gelukwensen met alweer een fraaie mijlpaal!

 

De jaarlijkse excursie volgde dit jaar – in feite letterlijk – het spoor van de buurtspoorweg Nijmegen-Venlo onder bekwame leiding van specialist Rudi Liebrand. Tussenstops werden gemaakt in Gennep, waar de Protestante kerk uit 1571 werd bezocht, de oudste voor de protestante eredienst in de Lage Landen gebouwde kerk, en een stadswandeling gemaakt. Voordien was Huize Heijen al bezichtigd, atelier van beeldhouwer Peter Roovers (1902-1993). In zijn dankwoordje voor Ysbrandt en Kathinka Roovers, beide kinderen van de kunstenaar die het gezelschap gastvrij ontvingen en rondleidden, ging de Numaga-voorzitter in op het verdwijnen van een van de beelden van hun vader: het kruisbeeld op de hoek van de Nijmeegse Bosweg, bij Huize Joachim en Anna. Naspeuringen nadien leerden dat het beeld, tijdens bouwactiviteiten, zeer waarschijnlijk vanwege het brons, gestolen is en jammer genoeg voorgoed verloren.

 

Eén bestuurswisseling moet genoemd worden. Door privé-omstandigheden moest onze in korte tijd al zeer gewaardeerd geworden secretaris Marijn Alofs zijn taak neerleggen. Het bestuur wil Marijn graag oprecht van harte danken voor zijn werk voor Numaga. Marijn Alofs wordt opgevolgd door dr. Ellen Hijmans die nu al duidelijk heeft laten zien zich zeer zorgvuldig van de secretariële taken te kwijten.

 

Deze zomer heeft het bestuur van Numaga nog een ander initiatief genomen. Zoals moge blijken is er geen reden tot ontevredenheid, noch qua ledental noch qua activiteiten. Numaga is stabiel. Niettemin meende het bestuur dat het zinvol was om de balans eens op te maken door een bijeenkomst te beleggen met onze meest actieve leden, het zogenaamde ‘Numaga-breed-overleg’. Dit resulteerde in een bijeenkomst op 25 augustus in het Erasmusgebouw van de Radboud Universiteit. Een snikhete namiddag waarop zich, ondanks de barre weersomstandigheden, toch een vijfentwintigtal actieve leden, onder leiding van historicus Joost Rosendaal, boog over heden en toekomst van de vereniging. Ondanks tevredenheid over de stand van zaken van de huidige vereniging, bleken er punten van aandacht te zijn met betrekking tot de vereniging.

 

1) Eensgezind was men over de basisaanname dat Numaga zich manifesteert als cultuurhistorische kwaliteits-vereniging voor Nijmegen en omstreken. Naast de tal van andere, zéér te prijzen, initiatieven op het gebied van lokale historie, staat bij alle publieke uitingen van vereniging  Numaga de feitelijke (wetenschappelijke) verantwoording van wat te berde gebracht wordt voorop.

 

2) Numaga kan een meer proactief beleid voeren voor het behoud van cultuurhistorisch erfgoed in Nijmegen. Een expliciet punt van aandacht daarbij is betere zichtbaarheid van Numaga. De vereniging hoeft niet zozeer per se een uitgesproken standpunt in te nemen met betrekking tot cultuurhistorische issues, maar zij moet wel het vanzelfsprekende forum zijn/aanbieden waar lokale hete hangijzers serieus beargumenteerd en bediscussieerd kunnen worden.

 

3) Een belangrijk punt is PR en publiciteit. Zij verdienen gerichte aandacht, met inzet van digitale en sociale media.  De vereniging moet zich actiever manifesteren op de sociale media, in de wetenschap dat dat extra inzet zal vergen van de mensen (bestuursleden, actieve leden) die dit belangeloos sprankelend, levend en in beweging moeten houden.

 

4) De vereniging onderzoekt mogelijkheden tot verbreding, zonder het oogmerk van kwaliteit los te laten, via gezamenlijk optrekken met andere partners in het veld,  het faciliteren van discussies, spraakmakende lezingen en lezingen op locatie in de wijken.

Het bestuur van Numaga neemt zich zeer serieus voor om deze punten actief ter hand te nemen. In verdergaande samenspraak met onze leden en andere betrokken partijen.

 

Uitgangspunt tijdens de discussie was een door bestuur en voorzitter geschreven nota met punten van aandacht. De discussie is nu bepaald nog niet gestopt. Graag ook voor u als verzameld leden bij dezen nog eens een beknopte samenvatting van de punten van aandacht uit die notitie:

–           Is het nodig om als Numaga te werken aan een ‘verenigingsgevoel’? (Of) gebeurt dat  (al) afdoende?

 

–           Wordt de behoefte gevoeld om naast de bestaande activiteiten nieuwe activiteiten te   ontplooien? Zo ja, welke?

 

–           Moet Numaga meer als publieke factor op de voorgrond treden? Als publieke bewaker  van alles aangaande de stadsgeschiedenis? Zo ja, hoe?

 

Omdat wij aan deze gedachtenwisseling graag een doorlopend karakter willen geven, blijven ook nu (én later) suggesties van harte welkom. Ik roep iedereen dan ook van harte op om voorstellen, ideeën, losse flodders en vastomlijnde plannen te mailen aan ondergetekende [voorzitter@numaga.nl].

Want: als vereniging bouwen we met zijn allen aan de toekomst van ons gezamenlijke Nijmeegse verleden.